#2: Micro-agressie bestaat niet

In de tweede aflevering van de Mooie Woorden-podcast blikken programmamakers
Lisa, Isabel en Nicky terug op editie 2 van De Pandemie-trilogie.
Met: Natte Inkt-talent Benzokarim, Pete Wu en Simone Atangana Bekono.

TRANSCRIPT AFLEVERING 2

INTRO

Nicky: Weet je wat ook classic pandemie is? Is dat je 1 keer dan hebt meegemediteerd met een gratis meditatie via Zoom. En dat je daarna teringvaak in je DM's wordt, wordt gecheckt of je misschien een abonnement wil kopen.

*Hondengeluidje*

Nicky: Oh, dat was Sjoerd. Hij is het ermee eens.

Lisa: Heeft Sjoerd ook een beetje yoga gedaan? Sjoerd de kantoorhond.

Nicky: Ja Sjoerd doet heel vaak de downward facing dog.

Isabel: Ja, of dat je in je eigen bubbel de hele tijd berichten voorbij ziet komen en dat je denkt 'yes we hebben een soort van', zo ik wilde '1 team 1 taak' zeggen maar dat is niet waar ik voor wil gaan. Maar dat je wel allemaal achter dezelfde idealen staat, die bubbel voelt altijd veel groter dan ie daadwerkelijk is. Totdat je dan een keer per ongeluk Facebook opent omdat je daar ook een event op moet plaatsen en dat je dan opeens: 'oh nee, er zijn heel veel mensen superkut.'

Lisa: Ja. Ja.

Nicky: It's a boomer party.

Isabel: Ja.

Lisa: Ja of dat je neef dan zo een mooie tegel plaatst waarop staat: 'Alle Poolse arbeiders moeten opdonderen want ze jatten mijn baan.'

Isabel: Dat soort dingen, ja. Of dat je, de beste vriend die je op de basisschool had, nu ineens een corona-ontkenner is. Dat je denkt, ja fuck. Hoe is dit nou weer gebeurd?

Lisa: Hoe is dit nou weer gebeurd?

Nicky: Ja. #AllLivesMatter en dat soort pijnlijke dingen.

Lisa: Zal ik er hier dan maar op inspringen?

Nicky: Ja, ik zou het doen.

Lisa: Je zit me zo diep in de ogen aan te kijken, Nicky Hessel.

Nicky: Ik probeer ze af te wenden maar dat lukt niet. Je bent te magnetisch.

Lisa: Aaah

Isabel: Moet ik even weggaan?

*Intromuziek*

Lisa: Hoi. Ik ben Lisa Weeda, Artistiek Leider bij Mooie Woorden en welkom bij de tweede aflevering van de Mooie Woorden-podcast. Tevens ook de tweede editie van de Pandemie-trilogie. De titel van deze editie is: Micro-agressie bestaat niet. Nicky wil graag wodka drinken, om even af te leiden van wat we eigenlijk aan het doen zijn in deze aflevering.

Nicky: Ik zit met mijn gedachten vast in mijn hoofd en ik wil graag drank gebruiken om eruit te komen.

Isabel: Dat is het enige dat helpt. Laten we dat maar doen, dan.

Nicky: Ja, mhm.

Lisa: Ja. En dan kunnen we na dat shotje even uitleggen waarom we eigenlijk deze editie wilden maken.

Nicky: Hmhm.

Isabel: Want. Micro-agressie bestaat wel.

Lisa: Hè, what the fuck?

Isabel: Newsflash

Nicky: Oké. 3, 2, 1. Go.

*Geluid van glazen die op tafel worden gezet*

Lisa: Het is goed om te weten dat Isabel een glas heeft dat twee keer zo groot is als dat van Nicky en mij. Dus als Isabel als eerst het meest wazig begint te praten in 1 van deze 3 afleveringen van de eerste trilogie, dan is dat onze schuld. Dan ligt dat geheel aan Nicky en mij. Zullen we maar gewoon een soort slecht bruggetje maken naar?

Nicky: Ja.

Lisa: Waarom we eigenlijk een editie wilden maken over micro-agressie? Want je zei het al Isabel, het bestaat wel.

Isabel: Ja. Klopt. Nou ja, en we hadden het er net over dat het in kleine dingen zit waardoor sommige mensen misschien de neiging hebben om te denken dat het niet erg is, of dat het makkelijk is om overheen te stappen. En dat is in de basis zo, maar het werkt natuurlijk door naar grotere dingen.

Lisa: Het is best wel complex, toch? Want micro-agressie zit, is eigenlijk, als je een soort pyramide zou maken van racisme met bovenaan, volgens mij staat in die pyramides altijd 'iemand doodmaken'. Op grond van dat je vindt dat iemand anders is dan jij.

Nicky: Mhm.

Lisa: Micro-agressie is eigenlijk de alleronderste laag. Het is misschien, zijn het de dingen waar, die iemand tegen je zegt en waar je pas een week later van denkt: Huh? Wat zei diegene nou?

Isabel: Ja, of die niet groot genoeg voelen om direct een probleem te maken, om moeilijk om te gaan doen. Terwijl er eigenlijk wel een gedachtegoed achter zit wat gewoon niet oké is. En dat is het lastige aan, want je zei net racisme maar het gaat natuurlijk ook over seksisme, over homofobie, over heel veel andere dingen. Je kunt een grapje weglachen maar dat is wel een stuk schadelijker eigenlijk als het, iets gaat over wat een veel groter probleem is.

Lisa: Ja. En het zijn misschien ook de dingen die, omdat ze zo, nu zit ik het niet goed te praten maar omdat ze zo weg te lachen zijn en zo de minst pijnlijke versie, of de minst directe versie zijn misschien? Wel ook het vaakst worden gebruikt, in plaats van dat iemand zegt: 'Je bent een gore pot, ga terug naar je gaybar en ga lekker met je poes op de bank Netflix kijken met je vriendin', weet ik veel, dit is een heel slechte discriminatie.

Isabel: Ja. Maar daardoor ook niet minder pijnlijk want het is dus juist omdat het moeilijker is om er boos om te worden, omdat je dan zeg maar die zeikerd bent...

Lisa: Mhm.

Isabel: Is het veel moeilijker om je er tegen te verweren, je krijgt er veel vaker mee te maken, het is moeilijker om op te reageren.

Nicky: Ja en je...

Isabel: Maar je moet er wel mee dealen.

Nicky: Je moet in het algemeen ook gewoon tegen een grapje kunnen. Vindt men.

Isabel: Vindt iedereen, ja. Maar ja.

Nicky: Het is heel makkelijk daar onder te scharen, terwijl het eigenlijk iets veel diepers aanraakt.

Lisa: We hebben deze aflevering niet helemaal met z'n drieën, deze, dit programma niet alleen met z'n drieën gemaakt. We hebben dat gedaan met hulp van Sayonara Stutgard van Uitgeverij Chaos. Want we zitten hier gewoon wel lekker met 3 witte vrouwen aan tafel een programma te maken.

Nicky: Ja en we zijn heel leuk maar we weten ook niks tegelijkertijd.

Isabel: Ja, van alle vormen van micro-agressie die er zijn, zijn er maar een aantal die wij zelf aan den lijve kunnen ondervinden. Dus vonden we het belangrijk om te overleggen met andere mensen, wie er allemaal in het programma zouden moeten zitten en wat we met ze zullen bespreken.

Lisa: Het eerste onderdeel vandaag is Benzokarim. Het is heel leuk dat we hem een onderdeel noemen, alsof hij eigenlijk niet alleen een mens is maar ook een object in deze wereld

Nicky: Een entiteit

Lisa: Waar je niet omheen kan. Een beweging. Ik denk zeker dat dat terecht zou zijn als het wel zo zou zijn. Benzokarim is een spoken word-artiest en schrijver, coördinator voor Poetry Circle in Den Haag, Agga. En leraar maatschappijleer in wording. Voor Mooie Woorden schreef Benzokarim onder begeleiding van Dean Bowen, de voormalig stadsdichter van Rotterdam, een tekst speciaal voor deze editie. Benzokarim maakt ook onderdeel uit van ons Natte Inkt talentontwikkelingstraject waarin we schrijvers de mogelijkheid geven om een nieuwe tekst te schrijven onder de vleugels van een fantastische coach. En we waren ontzettend blij met wat Benzokarim heeft gemaakt.

Nicky: Hoe zijn we eigenlijk tot de koppeling van Dean Bowen en Benzokarim gekomen?

Lisa: Zij liggen wel in elkaars verlengde, denk ik, als je kijkt naar wat, dat zeg ik, nu vul ik dat natuurlijk in. Maar ik denk dat het heel fijn is om als jonge spoken word-artiest Dean Bowen te zien en te zien wat hij allemaal kan en waar hij allemaal terechtkomt. Waar hij mee bezig is en hoe hij zich beweegt. En ook echt ruimte voor zichzelf weet te maken. Ik denk dat Dean dat op een hele mooie manier doet.

Isabel: En we waren natuurlijk bij de finale van de Poetry Slam, waar Dean Bowen ook jurylid was. Enthousiast was over Karim, die tweede is geworden (red. hij werd derde) dus dat hielp ook wel mee. En Sayonara stuurde ons ook een beetje deze hoek in, natuurlijk.

Lisa: Ja.

Isabel: Waar we heel blij mee waren.

Lisa: Best wel goede combi. En Karim was mega-enthousiast toen hij hoorde dat hij dit kon doen.

Nicky: Ja. Dat was echt leuk.

Lisa: Dat is dan wel goud, toch, als dat gebeurt. Dat je denkt: oh we hebben iets goed gedaan.

Isabel: Ja, goede match, ja.

Nicky: Ja, dit lukt op alle fronten.

Lisa: Ja, en dat hoor je denk ik ook terug in de tekst. Het is echt iets nieuws, Karim heeft echt een risico genomen en dat vind ik wel echt heel vet. Dus misschien moeten we er niet meer over praten maar gewoon...

Nicky: Ja. Ik wou net zeggen, genoeg geluld, laten we even luisteren.

Isabel: Precies. Kleppen dicht. Oorschelpen open.

BENZOKARIM

Ik ken mensen die mensen kennen die weer mensen kennen

En die mensen hebben wel iets van je weg, moet ik bekennen

Ze houden ook van couscous, wat dichter bij de bushbush,

je weet wat ik bedoel

Van mij hoeft het allemaal niet zo boos

Niet zo in je face, niet zo groot

Hoe kan je tijdens een pandemie de Dam op,

de politie had harder moeten optreden

Stamp op

Ik bedoel stamppot

Ik bedoel, wat kan je nog zeggen deze dagen?

Ik wil wel ruimte maken maar kan me er niet echt in verplaatsen

Ik denk altijd maar 'waarom dat hangen, zoek dan een baantje'

Wacht, trouwens, jij bent anders.

Het viel me op dat je goed Nederlands kon spreken

maar waar kom je nou echt vandaan?

Ga je weleens terug?

Nee, niet dat je weg moet,

Nee, jij mag blijven.

 

Hoe doen jullie dat bij jullie, met je handen toch?

Mag ik voelen?

Het is maar een grapje

Je kan ook niks meer zeggen, hè


----

Toen me gevraagd werd om over dit onderwerp te schrijven, moet ik eerlijk zijn dat ik een beetje vastliep. Dat is niet omdat ik nooit micro-agressie heb ervaren, maar omdat ik het nooit echt heb kunnen plaatsen. Een beetje als een heel mooi ingepakt cadeau waar niets in zit. Een scheldwoordkanon gebracht als poëzie. Dus ik dacht, ik vraag vrienden van mij hoe zij micro-agressie ervaren. Ik vroeg Achmed en Khadija of zij ooit micro-agressie hebben ervaren en wat dat voor invloed op hen heeft gehad.

Achmed zegt mij in een emotionele bui dat hij een nieuwe baan zoekt. En dat hij eigenlijk ook een beetje klaar is met zijn vrienden. Buiten het feit dat hij dagelijks opmerkingen naar zijn hoofd geslingerd krijgt, kreeg hij laatst bij een evaluatiegesprek te horen dat hij, in tegendeel tot zijn witte collega's geen hoge opslag had verdiend. En ondanks dat hij best wel een persoonlijke band had gecreëerd met zijn vrienden, die tevens ook zijn collega's zijn, kon hij niet echt rekenen op begrip. Ze zeiden van: 'gewoon hard werken, dan moet het goed komen' en ‘in Nederland kennen we niet echt discriminatie.’ Na jarenlang slikken van grapjes en zogenaamd goedbedoelde opmerkingen merkt hij dat de verschillen die gecreëerd zijn nu veel te groot zijn.

Hij is zo vaak bestempeld als anders terwijl hij zich juist zo geïdentificeerd voelt als Nederlander met dubbele nationaliteit. Alsof hij niet en Nederlands en Egyptisch kan zijn.

-----

De dagen tikken door

Ik voel me ongehoord

Ik kan je alle liefde geven

maar geef me een beetje van hetzelfde fruit

 

We vergaan niet als onkruid

We bestaan niet in ons huid

We zijn niet opgebouwd door zogenaamde complimenten

Althans, we voelen ons niet gevleid

 

We zijn net zo anders als elk ander

We zijn net zo beschaafd als elk ander

We zijn net zo ontwikkeld als elk ander

We zijn net zo welbespraakt als elk ander

 

Er zit een vuur in ons, dat niet meer valt te doven

We zijn geaard, gesetteld, overspoeld door een overvloed aan negatieve gedachtegoed

انما الاعمال بالنيات

Dat betekent dat alles wat je doet, draait om de intenties

En niet dat ik twijfel aan de jouwe,

ik wil je diversiteitsbeleid heus wel vertrouwen

Al die witte oude mannen gedressed in stropdassen

Beramen enge plannen

Weg hier, oppassen

 

Het is gewoon de manier hoe je naar me kijkt

De 23% angst, de 34% nieuwsgierigheid,

en de bijna 0% omdat ik op je buurman lijk

De manier hoe je je wijn drinkt,

hoe je opschept en inschenkt

Hoe je ruimte maakt als je me inperkt

Hoe je denkt over politiek,

je baantje bij de Belastingdienst,

je bovengemiddelde liefde voor Thi*rry Baud*t

De manier waarop je confrontatie als 'ach zeur toch niet' wegzet

 

Hoe je minder schreeuwt vind ik best wel eng

Hoe je uit je ogen kijkt, raak ik maar niet aan gewend

Als je op zoek bent naar jezelf, ken ik best wel nog een plek

2 maanden naar Bali en je weet precies weer wie je bent

Of koop een spiegel voor daarbinnen en je schrikt je ter plekke

En als dat allemaal niet werkt, ben ik hier nog om je op je plek te zetten

----- 

Je zal schrikken hoeveel mensen eigenlijk nog zo denken. En stiekem, stiekem denk ik dat ze precies weten hoe alles zit. Dat de bubbel waarin zij leven, precies dezelfde bubbel is die je vroeger kon maken als je drie kauwgoms in je mond had. Best grappig dat je wist dat 'ie altijd ging ontploffen, maar dat je toch altijd de schuld kon geven aan de vluchtelingen.

Khadija vertelde me dat ze ooit naar een Turkse moskee ging. En hoe dat gewoonlijk gaat, gewoon vooraan naast alle andere vrouwen stond. Waarna er een andere vrouw binnenkwam die recht op haar afliep. En terwijl Khadija knielde, bukte de vrouw zo dat ze Khadija precies in haar ogen aan kon kijken. En in plaats van naast haar bidden, liep de vrouw weg en koos om op een andere plek te bidden.

Khadija vertelt me dat ze best wel vaak micro-agressie ervaart vanuit de moslimgemeenschap. Dit omdat zij een zwarte moslimvrouw is. Ook vertelt ze mij dat ze eigenlijk niet meer zo vaak naar de moskee gaat. Omdat ze niet op een plek wil zijn waar ze zich niet thuis kan voelen.


----- 

Ik schaam me dat zij zich zo moet voelen

Ik schaam me voor de selectieve verbroedering

Ik schaam me voor 'je bent mijn broeder, totdat je met mijn zus thuiskomt'

Ik schaam me voor je racistische woordkeuzes,

je diepgewortelde minachting,

de niet-in-achtneming van je loze waardeoordeel,

de onterechte uitsluiting,

het niet beseffen dat je zo mede in de schade deelt

 

Hoe kan je weten hoe het voelt om uitgesloten te worden,

om dan toch uit te sluiten?

Hoe kan je onderscheid maken in kleur,

als je weet hoe het voelt om op discriminatie te stuiten?

Hoe kan je je dochter in de liefde beperken,

zonder dat dat eigenlijk valt uit te leggen?

 

Fuck wat de mensen zullen zeggen

Fuck je ideeën en je gewoontes

De manier waarop je je eigen regels maakt om in te geloven

Hoe kan je op de weg van onderdrukking blijven lopen?

De verschillen tussen onze werelden blijven vergroten

 

----- 

Weet je hoeveel vrouwen eigenlijk niet zelf mogen kiezen met wie ze thuiskomen? Terwijl hun broers dat bijvoorbeeld wel mogen. Veel Marokkaanse vrouwen, Somalische vrouwen, hebben gewoon niet de keuze. Hun ouders vinden het belangrijk dat ze uit dezelfde stam, of dezelfde stad of hetzelfde land komen. Veel gebroken gezinnen, ongelukkige vrouwen. Alleen maar omdat de ouders daar gelukkig van worden.

------ 

Ik zit precies goed hier tussen iedereen die normaal denkt te zijn

Ze hebben alle huizen aan de thuiskomers gegeven

Iets over 'ze pakken onze banen af' op Facebook gelezen

En dat je in een hond kan veranderen als je de vaccin denkt te nemen

 

Ik zou eens willen weten hoe het voelt om afgewezen te worden

Gewoon niet in het plaatje te passen

Honderd mails versturen voor een stageplek maar nooit eentje terug te ontvangen

De Belastingdienst die me zomaar lastig komt vallen

 

Ik wil afgewezen worden op hoe je mijn naam spelt

Of juist aangenomen worden als diversiteitsspel

Maar mijn naam is Karim Ellouta

Denk niet dat ik dat nog mag meemaken.

 

INTRO PETE WU

Nicky: Oké. Dames en heren, we zijn onlangs erachter gekomen wat de tekst is voor dit nummer. En het is 'fire up'... 'fire up the loud'?

Isabel: Ja.

Nicky: 'Fire up the loud, another round of shots.' Dus dat is wat we aan het doen zijn, even voor de context. Dat iedereen weet waar we hangen.

Lisa: Ja.

Isabel: Belangrijk.

Nicky: Ja.

Lisa: Sjoerd wil... Wil Sjoerd even iets zeggen, of niet?

Isabel: Het lijkt erop, hè.

Nicky: Mocht je je nou afvragen wat dat gekrabbel, gejank en gesnuit is op de achtergrond, dat is onze kantoorhond Sjoerd. Het is een zwarte poedelige hond met een dikke snuit. Verder redt hij onze levens door een zacht fluffy hondje te zijn.

Isabel: En door ons af en toe te dwingen om naar buiten te gaan, dat helpt ook wel echt.

Lisa: Ja en als hij genegeerd wordt, wordt hij een beetje...

Isabel: Woest.

Lisa: Sad.

Nicky: Zal ik even kijken of hij in deze aflevering wil?

Lisa: Ja.

Nicky: Ja?

Lisa: Sjoerd.

Isabel: Doe maar even de deur open.

Nicky: Sjoerd, wil je iets zeggen?

Lisa: 1 minuutje dan.

Nicky: Wil je even iets zeggen? Kom je even iets zeggen op de podcast? Kom eens hier.

Lisa: Ahhh hij likt aan mijn hand, weirdo, Sjoerd rustig aan.

Isabel: Serieus Sjoerd, is dit het moment dat je je bek gaat houden?

Nicky: Zeg maar, wat wil je zeggen?

*hondengeluidje*

Nicky: Hm.

*hondengeluidje*

Nicky: Ja.

*hondengeluidje*

Nicky: Precies.

Isabel: Is ie nou ineens een beetje verlegen?

Lisa: Aw. En aan het likken, hij likt iedereen. Net als dat jij net de microfoon likte.

*Nicky doet hondengeluidje na*

Isabel: Eén keer was dat maar, Lisa.

Lisa: Oké, is dit genoeg Sjoerd-tijd?

Nicky: Tot zover de politieke bijdrage van Sjoerd.

Lisa: Je kunt Sjoerd ook volgen via Instagram, de handle is @dogtakinganap.

Isabel: Hoppa.

Nicky: Hè?

Isabel: Niks.

Lisa: Ga maar lekker zitten.

Isabel: Schuif maar lekker weer bij ons aan.

Nicky: Another round of dog!

Lisa: Na deze korte break met Sjoerd gaan we verder de diepte in over micro-agressie. En dat doen we door te luisteren naar een gesprek dat ik had met Pete Wu. Pete Wu is journalist, schrijver, redacteur en documentairemaker en je kan hem kennen van zijn boek De Bananengeneratie of de serie Pete en de Bananen. Sinds kort is Pete ook ambassadeur voor Pride Amsterdam.

Isabel: Ja. In het boek De Bananengeneratie gaat Pete in gesprek met 'medebananen', banaan betekent geel van buiten, wit van binnen? Volgens mij is dat het idee.

Lisa: Ja.

Isabel: Die net als hij worstelen met hun Chinese Nederlanderschap. Hij praat met ze over de clashes tussen de generaties, over hoe het is om te daten als Chinese Nederlander en hoe je dealt met discriminatie en de eenzaamheid die daarbij komt kijken.

Lisa: Yes. En, weet je wat nou leuk is, dat het hier ook weer over een octopus gaat.

Nicky: Oh my god, echt?

Lisa: Ja. Veel plezier met luisteren.

PETE WU in gesprek met LISA WEEDA

Lisa: Hé Pete.

Pete: Hallo.

Lisa: Hoi. Fijn dat je er bent.

Pete: Dankjewel.

Lisa: Dankjewel voor het komen, in deze ijzige kou. Je was vertraagd.

Pete: Ik was vertraagd, maar ik ben er.

Lisa: Yes. En je bent er al een tijdje, je bent er eigenlijk al anderhalf jaar. Met de Bananengeneratie

Pete: Oh zo. Ik moest even nadenken wat je bedoelde, maar ja, dat klopt.

Lisa: En omdat vandaag natuurlijk de editie gaat over micro-agressie, is dat hetgene waar we het meest op in willen zoomen met jou en ik denk dat het daarbij in het verlengde ook gaat over de pandemie, want het is de pandemie-trilogie. Dus hoe was het tijdens de pandemie? Hoe gaat het? Wat is er in godsnaam allemaal gebeurd?

Pete: Hoe gaat het in de pandemie… Ik vond het in het begin zwaar, toen minder zwaar en nu weer iets zwaarder. Begrijp je wat ik bedoel?

Lisa: Als in emotioneel?

Pete: Ja, echt emotioneel. In het begin dacht ik: wat kut. We moeten allemaal binnenblijven. Toen dacht ik: oh het is zomer, iedereen is weer buiten. En toen ik van de avondklok hoorde, toen dacht ik wel, was het toch wel even zwaar. Toen dacht ik: oh ja wat gek, want ik wil graag altijd wandelen 's nachts om even tot rust te komen voor het slapengaan. En dat kan dus nu gewoon niet. Dus wat moet ik dan doen, eerder gaan wandelen? Nouja, dat is een beetje saai. Ja ik weet niet.

Lisa: Het is niet hetzelfde.

Pete: Het was denk ik gewoon het idee dat je dan gewoon dus niet meer naar buiten kan, mag, eigenlijk. Dat is het vooral. Maar nu gaat het wel weer. Ik ben toch wel weer gewend. Het gaat snel.

Lisa: Misschien is dit wel een mooi bruggetje. Dat je niet alles kan en mag. Want heb je niet de hoop dat, ik denk dat dit boek er deels ook wel is omdat er dingen niet konden en mochten maar dat heel veel mensen misschien niet zagen dat er dingen voor Oost-Aziatische en Aziatische Nederlanders konden en mochten maar dat we heel lang niet hoorden dat het niet kon en mocht of dat er geen plek was en geen ruimte was.

Pete: Ja.

Lisa: Ik stel altijd heel veel chaotische en rommelige vragen zoals je hoort. Maar denk je dat de pandemie, jouw boek kwam eigenlijk net daarvoor uit.

Pete: Ja.

Lisa: Het was direct een hit, er werd superveel over gepraat, je was heel veel in de media te zien. Maar de pandemie, is het ook een soort stroomversnelling geweest voor wat er met dit boek gebeurde maar ook voor de Aziaten in Nederland?

Pete: Ja. Ja. Want ik kan me herinneren dat vorig jaar, is nu echt bijna een jaar geleden trouwens, dat ik toch merkte dat bijvoorbeeld mensen mij zagen als een Chinees. Terwijl, ik ben natuurlijk van Chinese afkomst. En ik denk dat die, dat verschil, dat probeer ik in mijn boek heel erg uit te leggen, dat Chinese Nederlanders die in Nederland geboren zijn en opgegroeid, een hele andere ervaring hebben dan Chinezen in China. Wat misschien logisch klinkt voor mij, dus, ik ben niet mijn ouders, maar voor heel veel andere mensen natuurlijk niet. Dus als mensen mij zien, denken ze 'oh ja, komt van het platteland, is een Chinese boer.' Nou dat misschien niet, maar wel echt dat ze dan, dat ze dat verschil dan niet opmerken en dat merkte ik vooral aan het begin van, toen het Coronavirus vanuit Azië gewoon over de wereld verspreidde. Dat er bijvoorbeeld gewoon veel meer discriminatie ontstond tegen Aziaten. Oh sorry, ik zeg nu zelfs Aziaten, omdat mensen zelfs daarbinnen natuurlijk de verschillen niet kunnen zien. Iedereen denkt gewoon, Aziaten zijn allemaal Chinees ofzo. Dat er bijvoorbeeld vorig jaar in Nederland Aziatische Nederlanders eigenlijk werden uitgescholden en aangevallen omdat allemaal mensen dan dachten dat zij het virus hierheen hadden gebracht, wat natuurlijk niet zo is.

Pete: Ja, dus dat kwam wel in een stroomversnelling, vooral omdat ik, ik had toen destijds ook een column geschreven hierover voor de Volkskrant en het was dat zelfs de media daar geen onderscheid in kon maken. Dus dat ze mij dan dus belden als expert, omdat ik toevallig net een boek uit had over Chinese Nederlanders in Nederland. Dat ze dan mij bellen om te vragen: 'Hé, weet jij iets over het virus af?'

Lisa: Wat zei je dan?

Pete: Ik heb eerst, ik moest wel, ik heb het, ik kreeg dan zo'n berichtje, gewoon zo'n DM, weet je wel. En dan las ik dat, moest ik gewoon even over nadenken van: huh willen ze nou dat ik, als... Ik weet niks over virussen, weet je wel. En ik kom niet uit China, eigenlijk. Dus. Dus alleen die twee dingen al... Ik heb het gewoon toen nog met vrienden besproken van: hè, snappen jullie dan wat hier staat? Of bedoelen ze nou echt dat ze denken dat ik dus, omdat ik een connectie heb met dat land via mijn ouders, maar ik ben er zelf 4 keer geweest, ofzo. Dat ik dan ineens alles kan vertellen over een virus. Dat... Die stappen waren gewoon zo groot dat ik dacht, oké, er zijn gewoon te weinig Chinezen of Chinese Nederlanders in de Nederlandse media voor hen om een goede rolodex ofzo te hebben aan contacten. Dat merk ik gewoon heel erg. Dus ja, het is in een snelle versnelling gekomen sinds vorig jaar. Toevallig dus ook door de pandemie.

Pete: Ja, en dit is natuurlijk best wel een negatief voorbeeld, maar ik denk dat er ook veel positieve dingen zijn gebeurd. Hoe zit het nu met, je maakte dit boek, ineens waren veel meer mensen bewust van dat dit zo is, dat er een stem is, dat er een hele generatie is die over dezelfde onderwerpen denkt en praat als jij. Die leeft als iemand die soms met micro-agressie te maken heeft in onze Nederlandse maatschappij. Wat heeft de pandemie voor positiefs voortgebracht voor jou, maar ook voor de stem van de groep? Ook al is een groep natuurlijk weer superdivers en is dat heel moeilijk om als één ding te zetten.

Pete: Ik denk vooral de zichtbaarheid van Aziatische Nederlanders in Nederland. Vooral omdat zij, vroeger, zo leek het dan in ieder geval, dan hoorde je er nooit wat over. Als in, racisme überhaupt tegen Aziatische Nederlanders. Dat was gewoon nooit een ding. En ik hoop gewoon heel erg dat mijn boek het heeft kunnen benoemen. Dus dat ik zelf aan de hand van 45 interviews ervaringen heb opgeschreven van andere Chinese Nederlanders over hoe het is om op te groeien in Nederland. Dit is een hele lange zin. Maar dat het dan, dat ik ze hopelijk soort van de tools heb gegeven om zich te kunnen uitspreken met wat ze dan heel lang hebben gevoeld maar niet wisten wat het was, ofzo. Dus ik heb heel veel vocabulaire ook wel uit vooral de Amerikaanse, zeg maar, racismegesprekken gehaald en het een soort van vertaald naar de situatie in Nederland. Want Amerika en Nederland zijn natuurlijk niet dezelfde culturen en daarmee ook niet hoe racisme en discriminatie tot uiting komen. Maar ik hoop dat ik dan met die vertaalslag aan heel veel mensen heb kunnen geven, waardoor zij zich hebben kunnen uitspreken. Vooral ook met het Coronavirus, bijvoorbeeld. Dus wat dat betreft zou ik kunnen, zou je het kunnen zien als iets positiefs. Maar ik weet niet zeker of dat echt positief is. Het is gewoon natuurlijk van een hele dire situation iets maken ofzo.

Lisa: Ja.

Pete: Ik denk wel dat mijn boek minder aandacht had gekregen, gek genoeg om dit te zeggen, maar als de pandemie er niet was geweest. Dit bedenk ik nu eigenlijk en moment, zeg maar.

Lisa: Het is misschien bijna meer verdrietig natuurlijk dat je überhaupt, een soort van, je hebt het tapijt omhoog getild. Stel dat Nederland een heel groot tapijt is

Pete: Ja.

Lisa: En er is nog één hoekje waar nog nooit iemand onder heeft gekeken. Dat stukje heb jij nu soort van opgetild.

Pete: Ja.

Lisa: Stel dat dat er al eerder was geweest. Dat jij de termen al kende, zonder dat je ernaar op zoek hoefde te gaan. Hoe was dat geweest?

Pete: Ik denk dan... Nou, wat ik ook heel erg heb gemerkt de afgelopen anderhalf jaar sinds mijn boek uit is, is dat zodra het gesprek gaat over racisme of discriminatie binnen Nederland, dat er bijvoorbeeld nooit een Aziatische Nederlander aan die tafel zit om mee te praten. Dat gaat natuurlijk altijd over andere minderheden. Dus het was gewoon heel lang onzichtbaar geweest. En ik denk, als ik of mijn generatiegenoten eerder die vocabulaire of alle termen of alle gevoelens konden uiten. Dat we dan gewoon eerder aan die tafel zouden hebben gezeten om mee te praten. Want die ervaringen van deze groep, die tellen natuurlijk ook mee. Zeg maar. Omdat het gaat natuurlijk ook weer, vanuit een hele andere hoek kijken we naar racisme en discriminatie, natuurlijk. Dus, ja. Ik denk dat het heel belangrijk is omdat wij ook een soort van een stem.. Ik zeg de hele tijd 'wij', maar ik bedoel eigenlijk deze hele genuanceerde grote groep. Ja, ik hoorde laatst dat er één miljoen mensen in Nederland een connectie hebben, via hun familie, met Azië. Dus dat is best wel een grote groep. Maar ik bedoel dus eigenlijk die groep.

Lisa: De groep.

Pete: Die groep die eigenlijk niet gehoord is, maar nu hopelijk wel iets meer.

Lisa: En wanneer is het denk je echt rond? Want nu, het is een beetje begonnen, het komt op gang, we zien dat met veel meer gemarginaliseerde groepen in Nederland. Hoe voelt de balans nu? Van hoeveel mensen er echt aan tafel zitten? We belden gisteren eventjes al voor de opname, je had het over het hebben van a seat at the table.

Pete: Ja.

Lisa: Hoe voelt het voor jou?

Pete: Ik denk dat we, dat dat nog wel echt een tijdje gaat duren. Ik bedoel, je kunt nu een paar van de Aziatische Nederlanders die nu wel gewoon zichzelf uitspreken over dit soort onderwerpen, kun je wel een paar keer uitnodigen, weet je wel, voor talkshows, of weet ik veel, in de krant of whatever ofzo. Maar ik denk dat er gewoon nog meer stappen gezet moeten kunnen worden. Bijvoorbeeld, ik denk vooral aan het verschil tussen diversiteit en inclusie. Dus die diversiteit is eigenlijk alleen natuurlijk wat je ziet aan de buitenkant. Namelijk: je hebt een diverse redactie of je hebt een diverse talkshowtafel of diverse kinderboeken of diverse onderwijsboeken of het straatbeeld is diverser. Maar inclusie betekent natuurlijk dat je ook mag meebeslissen met beslissingen achter de schermen van bijvoorbeeld een talkshow of bijvoorbeeld van de redactie of... Dus er moeten gewoon veel meer verschillende soorten mensen aan de top komen. En dat is natuurlijk de volgende stap omdat de mensen die nu aan de top zitten, die willen natuurlijk, die gaan niet zomaar hun plek opgeven.

Pete: Als dat wel gebeurt, zoals dat gebeurd is met, ja, hoe heet die gast ook alweer? Die guy van Serena Williams, weet je over wie ik het heb? Hij is de baas van, ik zit te denken, een socialmedia-iets ofzo? Maar hij heeft bewust gezegd: ik geef mijn plek als CEO op en we huren iemand in die sowieso een minderheid is, zeg maar. Binnen dat, binnen hun bedrijfscultuur. En dat is denk ik natuurlijk... Dat is dan een hele grote stap, snap je. Dat is dan ineens nieuws, zeg maar. Terwijl ik denk dat het ideaal zou zijn, als dat dan een soort van geruisloos gebeurd ofzo. Maar ik snap wel dat het een statement is dat nog gemaakt moet worden. Maar ja. Aan de top dus. Maar dat gaat nog een tijdje duren. Dus bottom up, zeg maar, bottom up gaat het denk ik wel iets beter. Maar ik merk bijvoorbeeld wel dat ik voor heel veel dingen gevraagd wordt omdat ze dan denken van, ohja we moeten ook, we moeten ook...

Lisa: Diversiteit.

Pete: Nou, of een andere stem een keertje, zeg maar. Dat misschien. Dus dat ik dan in een jury zit die mag meebeslissen van wie een prijs wint ofzo, van dat soort dingen.

Lisa: En vind je het dan, is er een soort gevoelsgrens van waar je nog denkt: ah, ik ben de diversity hire? Of waar je het meer over hebt, dat organische gevoel. Word je soms uitgenodigd, dat je denkt, oké, ja, daar gaan we weer.

Pete: Ja.

Lisa: Oké dan.

Pete: Ik denk dat het nog steeds wel heel vaak gebeurt maar soms als statement naar buiten toe voor een bedrijf of organisatie, maar soms ook voor binnen de organisatie, van: hé kijk we hebben iemand die niet een witte cisgender man, hetero man is, zeg maar. Dus we hebben toch wel iets goed gedaan qua het d-woord, diversiteit. Dus ja, ik denk dat je aan dat gevoel misschien nog niet kan ontsnappen omdat we natuurlijk in Nederland gewoon op een manier nog niet zo ver zijn, dat we dat helemaal los kunnen laten. Ik denk wel bij heel veel bedrijven, organisaties van ja, we moeten even door deze modder heen, van gedwongen diversity hires, ofzo, zeg maar. Zodat we op een punt komen waarop mensen, waarop het vanzelfsprekend wordt. Dus ja daar moeten we misschien toch even doorheen, denk ik.

Lisa: Nogal, eigenlijk.

Pete: Ja. Omdat het gewoon niet vanzelfsprekend is dat je als bestuur van, ik zeg maar wat, een mediabedrijf denkt van: nou ja, er komt een vacature vrij, ik kies natuurlijk iemand die ik al ken en dat is iemand die je al een kans hebt gegund, en dat is waarschijnlijk iemand die dus een beetje op jou lijkt, op een manier. Dus wat ik zelf als eindredacteur van een redactie probeer te doen, is juist mensen in te huren die echt nog niet zoveel kansen hebben gekregen bij andere journalistieke bedrijven, bijvoorbeeld. Omdat ik weet van ja, die worden gewoon niet aangenomen. Want die zijn bijvoorbeeld, vrouw of niet Westers, whatever. En als je ze dan een kans gunt om te laten zien wat ze wel kunnen, dat ze daarna ook weer hopelijk verder in hun carrière komen, ja. Het klinkt heel erg goody goody, ofzo, maar ik denk gewoon dat, ja, als ik zoveel schrijf over verandering dan moet ik dat zelf natuurlijk ook op een manier in praktijk kunnen brengen en dat kan ik dus nu gelukkig in een positie als eindredacteur. Dus ja.

Lisa: Ja dat is wel mooi. In Utrecht was er denk ik vorig jaar een debat, of het jaar ervoor, over, we hebben nu ook een Pride, we hebben een soort van de mini-Pride in Utrecht.

Pete: Ohja, dat heb ik gezien, leuk.

Lisa: Jij woont in Amsterdam. Dat is wel zonder grote bedrijven, dus niet commercieel.

Pete: Heel goed.

Lisa: Maar alsnog wel volgens mij een wit bestuur. En jij bent nu, want je bent niet alleen...

Pete: Ik ben niet alleen schrijver, journalist, maar ook...

Lisa: Nee, maar je bent ook nog queer.

Pete: Ik ben ook nog queer.

Lisa: Hatsikidee. En je bent gevraagd om in Amsterdam in de, is het dan het bestuur? Of is het de organisatie van...

Pete: Het is als ambassadeur van Pride Amsterdam, dat betekent dus dat ik de hele tijd uitdraag waarom Pride belangrijk is. En ik heb er zelf gewoon heel veel goede, of in ieder geval, Pride heeft voor mij wel soort van geholpen om aan mezelf ook te laten zien hoe divers het kan zijn om queer te zijn. Weet je wel, je bent niet alleen maar een leerbeer op boot nummer 2 ofzo. Maar je bent, er zijn zoveel verschillende soorten mensen binnen die community en ik wil ook graag vooral de boodschap uit kunnen dragen dat je jezelf mag zijn. Want, mijn boek gaat ook deels vooral heel erg over dat ik heel lang niet mezelf mocht zijn. Dus toen ik werd gebeld door Pride Amsterdam was het gewoon van: natuurlijk ga ik ja zeggen. Want dan sta ik op boot 1 als de eerste Oost-Aziatische ambassadeur ooit van Pride, dat al zo lang bestaat. Om te laten zien aan jonge mensen van, ja, kijk, diegene is helemaal zichzelf en dat mag ik ook zijn. Dus ja. Daarom doe ik dat.

Lisa: Je doet wat je ziet, eigenlijk.

Pete: Ja. Ik wil gewoon, ja. Ik denk dat ik gewoon op die positie gewoon, als ik vooral denk aan hoe ik zelf ben opgegroeid, ofzo. Dat je denkt van: ja, ik had geen rolmodellen. Stel je voor dat ik een rolmodel kan zijn voor iemand die 12, 13, tiener is. Ja, dan, alleen maar mooi meegenomen om van die posities gebruik te  kunnen maken.

Lisa: Want hoe was het om zo, het staat natuurlijk in het boek, dus mensen kunnen dit lezen.

Pete: Ja, graag.

Lisa: Koop het boek vooral. De Bananengeneratie heet het. Zoom er op in.

Pete: Libris.nl

Lisa: Maar wel via de lokale boekhandel, trouwens. Maar dat is een heel ander verhaal.

Pete: Nee, nee. Dat is bijna hetzelfde verhaal.

Lisa: Oké, ja. Oh trouwens, gemarginaliseerde boekhandels.

Pete: Precies.

Lisa: Je was jong en je zit eigenlijk dus in die twee groepen. Over de ene zwijg je heel lang, over het gay zijn. Het andere dat zien we direct aan je.

Pete: Ja.

Lisa: Dus dat is anders. Is het moeilijk om... Ik ga het anders vragen. Je hebt met zoveel verschillende micro-agressies te maken, denk ik, dagelijks. Hopelijk inmiddels al minder, maar...

Pete: Ja.

Lisa: Als jong iemand hoor je veel grappen over gay zijn en over gay is vies of als mensen nu het woord gay gebruiken bedoelen ze eigenlijk altijd dat het kut is of weet ik veel.

Pete: Ja…

Lisa: Anaalridders, allemaal dat soort vieze, enge woorden.

Pete: Oh oké, die heb ik heel lang niet gehoord, thanks

Lisa: Echt? Ja, oh... Ik was daar in mijn jeugd wel, schrok ik altijd wel daarvan ofzo. Maar hoe voelt het om een lichaam en een identiteit te hebben dat eigenlijk heel de tijd wordt aangetast door van die micro-agressies? Al zijn het maar hele kleine dingen, hoe...

Pete: Ja.

Lisa: Hoe is het om daar van los te komen, ofzo?

Pete: Ja, ik denk, het kost gewoon tijd, zeg maar. Want je moet je, denk ik, op een manier heel, je moet je de hele tijd verhouden tot die omgeving. Tot de norm, zeg maar. Dus ik zat bijvoorbeeld heel erg in een jongensklas op de middelbare school, dat waren natuurlijk echt een stel macho’s en nerds bij elkaar, weet je wel. Je moet de hele tijd denken van, oh ja, ik voel me anders ofzo van binnen. En zij zijn de hele tijd bezig met meisjes zoenen ofzo en dat je dat dan helemaal niet hebt dus je moet je op een manier tot, weer, verhouden, omdat... En dan denk je: ja, ik wil natuurlijk zijn zoals de rest dus ik ga niet zeggen dat ik meisjes niet leuk vind ofzo. Dus dan zei ik gewoon: ja ik weet niet hoe ik moet versieren maar ja, meisjes, waarom ook niet.

Lisa: Wel geil, meisjes, wel geil.

Pete: Ja echt zo, tieten, yeah, let's go, weet je wel. Dus... En daar komt natuurlijk ook nog, maar dat viel dan misschien toch minder op omdat ik natuurlijk ook nog eens er Aziatisch uitzie, dus dan... Ik was dan de enige Aziaat in de klas, dus dan was het, als de mensen dan al opmerkingen maakten dan was het meestal daarover, dus, omdat ze natuurlijk dan, ja ik weet niet... Een soort van queer erasure avant la lettre, zeg maar.

Lisa: Soort van, een  scherm en nog een scherm.

Pete: Ja.

Lisa: En het ene staat voor het andere.

Pete: Dus dan was ik stiekem toch blij dat mensen gek genoeg daarop focussen zodat ik niet hoefde uitspreken dat ik eigenlijk nog veel meer anders was, heel anders was dan ze dachten. Maar ja dat is dan gewoon een constant struggle, snap je, van ook inderdaad tot de witte norm, zeg maar, die natuurlijk geldt, van, ja ik zit te denken wat een goed voorbeeld is... Toen ik bij bijvoorbeeld de NOS belandde als natuurlijk een diversity hire. Ik was gewoon, werd letterlijk in een soort van traject gestopt samen met andere mensen, nou ja, dan keek je om je heen en niemand was dan ook wit, weet je wel, iedereen was van Marokkaanse, Turkse of Chinese afkomst, zeg maar. Dat je je dan toch weer moest verhouden omdat natuurlijk, nou ja, over micro-agressies gesproken, dan ging het de hele tijd over... Alles wat ik deed werd dan terugberedeneerd tot mijn afkomst, gek genoeg. Van: oh, dus dit, ja maar dat komt omdat je ouders Chinees zijn, weet je wel. Of bijvoorbeeld, ik werd een keer door de NOS erop uitgestuurd omdat er... Nou, elke keer als er iets over China was, werd ik er natuurlijk op uitgestuurd, samen met de enige andere Chinese journalist van de NOS. Dat was dan Hil-May, ik heb haar ook gesproken voor mijn boek.

Lisa: Ja.

Pete: En dat we dan met zijn tweeën, nouja, ik weet nog heel goed dat we voor een item, moesten we dan helemaal naar Limburg omdat daar dan heel veel illegale Chinese migranten zaten die dachten dat ze een soort van pardon zouden krijgen om uit de illegaliteit te komen, met de verjaardag van Willem-Alexander ofzo, er was een gerucht. Daarom zaten ze allemaal in het bungalowpark. En wij kwamen daar aan. Ik spreek geen Mandarijn-Chinees, zeg maar de standaard, de ABN zeg maar voor China. En Hil-May spreekt Kantonees. Met andere woorden, wij konden allebei eigenlijk met bijna niemand praten daar. Terwijl, bij de NOS dachten ze, ja dat zijn allemaal Chinezen, dus die kunnen gewoon met elkaar praten ofzo, weet je wel.

Lisa: Maar hoe ben je dan teruggekomen? Want dat is dan toch, wat doe je dan? Wat was het item?

Pete: We hadden niks.

Lisa: Stonden jullie gewoon zo...

Pete: We hadden niks, we waren met Rachid, de cameraman, die ook dacht van, huh ja er komt echt niks uit... Moeten we nou mensen achterna gaan rennen ofzo? En dan zeggen van hé. Want al die mensen waren natuurlijk ook, die waren daar illegaal, weet je wel. En de NOS verwachtte dan gewoon dat wij dan maar gewoon even snel een item gaan draaien want we konden wel contact maken met andere Chinezen ofzo. Dus dat, toen dacht ik ook wel van: hmm, ja, ik ben nog heel jong, ik snap het natuurlijk niet zo heel goed, hoe het allemaal werkt ofzo maar dit is waarschijnlijk... Dit voelt ook een beetje raar, ofzo. Ik heb me natuurlijk mijn hele jeugd afgezet tegen dat hele Aziaat zijn en nu word ik hier eigenlijk alleen maar gereduceerd van, oh ja jouw portefeuille is China. Terwijl ik eigenlijk niks had met dat land.

Lisa: Maar dat is dus... Het is ook, wat je hier wel uit kan horen is dat het zo ongelooflijk absurd systemisch is.

Pete: Ja.

Lisa: Was er een moment dat jij ook dan dacht van, ja dikke lul, daar gaan we weer? Dit ga ik niet doen, doei.

Pete: Ik heb het twee jaar volgehouden daar, nog. Maar ja, wat ging ik daarna doen... Ik ging daarna de schrijvende journalistiek in. En toen was het... Ja, toen werd ik uitgenodigd bij, ik ging toen werken voor Quest. En daar mocht ik over van alles schrijven. Dat was echt een verademing. Ik kon gewoon over nerdy dingen schrijven, over dingen die ik leuk vond, weet je wel. Dat is een populair wetenschappelijk blad en daar vallen zoveel verschillende dingen onder en ik kon gewoon veel meer schrijven over wat ik dan zelf leuk vond. En dat is natuurlijk wel ergens op een manier ook waar je naartoe wilt werken, ofzo.

Lisa: Ja, want was dit het boek wat je als allereerst had willen schrijven?

Pete: Oh, hele goede vraag.

Lisa: Yes.

Pete: Ik zit te denken... Ja.

Lisa: Of moest het, ofzo?

Pete: Nou ja, ik voelde bij deze wel heel erg de urgentie. Om dit boek eruit te knallen. Vooral... Het begon eigenlijk na de coming out bij mijn ouders. Sorry, hebben we het weer over mijn coming out, ik heb het zo vaak over mijn coming out, tegenover mijn ouders, op mijn 30e. Maar daarmee sloot ik een klein stukje af, zeg maar. Namelijk dat ik de hele tijd bezig was met het proberen uit de kast te komen tegenover mijn ouders, met andere woorden het niet kunnen voldoen aan de verwachtingen van wat mijn ouders hadden gedroomd zodra ze zeg maar in Nederland aankwamen. Dat ik dat niet kon waarmaken. Dus daarmee sloot ik iets af, en toen dacht ik mijn volgende iets is om te accepteren dat ik ook van Chinese afkomst ben. In plaats van dat ik alleen maar voor de Quest ga schrijven over Loekie de Leeuw en waar karton van gemaakt is, weet je wel, dat soort dingen schreef ik. Dus dat ik dan denk van, ja ik moet even mezelf gewoon echt even lang in de spiegel aankijken want dit is... Ik zie er nu eenmaal zo uit, daar kan ik echt niks aan doen. En mijn ouders zijn ook van Chinese afkomst, dus ik mag ook dingen doen die horen bij wat een Chinees migrantengezin doet. Terwijl ik daarvoor altijd dacht: nee ik wil geen rijstkoker, ik wil geen, weet je wel, al die cliché-dingen. En dat ik dan eindelijk dacht van, oké. Dit is het boek dat eruit geknald moet worden want daarmee sluit ik een volgend stukje af van waar ik zo lang mee heb gezeten. Namelijk: niet mezelf mogen zijn. Ik wilde geen Chinees zijn, ik wilde ook geen gay zijn. En nu denk ik eindelijk, anderhalf jaar nadat het boek uit is, van: ik ben het natuurlijk gewoon allemaal. Ik kan gewoon veel meer dingen zijn dan ik vroeger mocht zijn, ofzo. Dus ja.

Lisa: Ben je minder... Je had het net over die lagen, en die schermen, zijn die nu dan... Hoeveel, zou er een procentuele hoeveelheid weg...

Pete: Procentueel gezien

Lisa: Weg kunnen zijn of als je dat zou kunnen zeggen? Of wat blijft er misschien nog over, is er iets wat altijd er zit? Of dat dat misschien juist door de buitenwereld komt en niet door jezelf?

Pete: Ja, ik denk dat het dan... Ja ik kan natuurlijk lekker vooral altijd gewoon de buitenwereld de schuld geven, maar inderdaad bijvoorbeeld... Het is niet dat we al leven in een wereld waarin er bijvoorbeeld geen homogeweld bestaat, ofzo. Of, ja. En vooral waar we het net over hadden, over al het racisme en al die mensen die in elkaar worden geslagen in Amerika nu, omdat ze Aziaat zijn, weet je wel. Dus dat bestaat gewoon nog steeds, dus op een manier probeer ik natuurlijk mezelf ook nog altijd, soort van, daartoe te verhouden want het bestaat gewoon. Dus. Ook om, ja, het gaat natuurlijk over bijvoorbeeld je eigen veiligheid, denk ik, misschien. Ja, ik zit te denken aan een voorbeeld, maar.

Pete: Nou, bijvoorbeeld mijn ex-vriendje wilde bijvoorbeeld nooit hand in hand lopen ofzo. En destijds begreep ik dat niet, want ik dacht van, ja, het is toch gewoon... Dit is mijn eerste vriendje en ik wil dat dan toch laten zien, ofzo. Maar hij was dan heel voorzichtig want hij wist natuurlijk ook heel goed dat er in bijvoorbeeld bepaalde straten of whatever, dan zei hij van ja, dat kun je hier beter niet doen. Het gaat dan niet over dat je een statement wil maken, het gaat erover dat, over je eigen veiligheid ofzo. Ik bedoel, dat is altijd een struggle van: wat laat je zien en wat laat je niet zien.

Lisa: Een soort gekke dans, eigenlijk, die je nog steeds aan het uitvoeren bent.

Pete: Ja. Ik denk gewoon ook als je met zoveel... Als je je constant verhoudt tot de norm, dat je op een manier hebt geleerd om daarmee om te gaan. Dus dat je bijvoorbeeld, kijk, ik praat nu bijvoorbeeld heel erg niet-Brabants terwijl ik eigenlijk Brabander ben. Weet je wel. Dus ja, dat gaat dan toch vanzelf. Ik merk nu ineens dat ik dus niet Brabants... Als ik bijvoorbeeld met Brabantse vrienden ben, of in een andere soort van, minder interviewsetting misschien ofzo ook, dat ik dan toch meer... Nou, dat het een andere kant is, ofzo, zeg maar. Dit is wat, dat ik nu, een Brabants accent heb afgeleerd ofzo, is natuurlijk ook gewoon een deel van mezelf geworden. Dat doe ik natuurlijk al zo lang, zeg maar. Dus, ja. Ik weet niet. Er zijn gewoon altijd...

Lisa: Nee, ik snap het wel, denk ik.

Pete: Verschillende delen van jezelf die je laat zien, ofzo, denk ik. En... Er is nog heel veel verandering nodig. Daarom maken we ook deze editie, omdat we er meer over willen praten en ik denk dat het ook... We denken dat het meer getoond moet worden en er meer over gepraat moet worden.

Lisa: Jij bent heel erg gewend om als een soort kameleon al die verschillende vormen aan te kunnen nemen. Denk je dat dat ooit bij elkaar kan komen? Als mensen, mensen die voelen en snappen hoe het is om gemarginaliseerd zijn, je soms te moeten verbergen, altijd maar die, ja, toch wel klappen te kunnen vangen van opmerkingen of dingen die naar je hoofd krijgt geslingerd, versus mensen die gewoon kunnen leven. Hoe denk je dat dat samen kan komen? Want we staan er in Nederland wel om bekend dat er veel wordt gezegd: ja, we kunnen nergens meer grappen over maken, en cabaretiers die dan vinden dat ze wel dingen zoals pisnicht mogen zeggen, weet je wel.

Pete: Oh ja, cabaretiers.

Lisa: Ja, waar is dan...

Pete: Dat is wel een ding hier in Nederland.

Lisa: Waar is de ontmoeting, ofzo? Waar zou je willen dat de ontmoeting is?

Pete: De ontmoeting van dat je je constant moet verhouden tot de norm versus dat je helemaal jezelf bent, ofzo?

Lisa: Ja of versus degene die zegt: ja hallo, dit was maar een grapje, toch. Maak je niet druk. Terwijl dat gevoel wat bij jou zit, dat is heel anders.

Pete: Ik voel ook gewoon meteen een zucht opkomen, heb jij dat niet, ook?

Lisa: Jawel, een beetje

Pete: Van mensen die denken dat ze, dat een grapje dus oké is, ofzo. Dat, ja. Ik wil zeggen een typisch Nederlands iets ofzo. Maar het voelt gewoon heel erg van, het idee van, dat de tolerantie van Nederland zo ver is, zo groot is, zeg maar. Dat als je echt een Nederlander bent dat je dat dan maar moet accepteren. Dus. En ik wil natuurlijk al mijn hele jeugd gezien worden als Nederlands, dus hoe moet ik me dan ineens verhouden? Dus ik moet dan maar tegen dit soort grapjes kunnen. Maar ik denk vooral dat, nu ik wat ouder ben ofzo, dat ik dan denk van, ja maar... Dit is toch ook geen leuk grapje? Ofzo, was dit als grap? Ja, dat soort grappen zijn toch meestal ook niet echt grappig, ofzo. Denk ik.

Lisa: Nee, ik vind ze sowieso niet zo grappig. Maar waar, ja, nou ja, wat moeten we daar dan in godsnaam mee doen, ofzo? Want ik heb wel het idee dat er best vaak wordt afgestraft met: je moet verharden of je zoekt het er maar mee uit, ofzo. Of: je bent te snel boos.

Pete: Ohja.

Lisa: Zeker in het geval van Black Lives Matter, waar jij zelf ook, je hebt meegeprotesteerd, gedemonstreerd.

Pete: Ja.

Lisa: Waar ook wel werd gereageerd alsof dit allemaal maar te fel en te veel was. En te moeilijk en...

Pete: Ja.

Lisa: Is er überhaupt wel... Is er genoeg aanpassingsvermogen bij degene die er gewoon nooit iets mee te maken heeft?

Pete: Oh, hm. Goed, ik weet het niet zo goed. Ja. Ik probeer dan soort van beetje in te vullen, merk ik nu. Dan denk ik van: ja, het hoort wel dat we natuurlijk meer empathischer moeten zijn. Maar ja, dat kun je natuurlijk niet echt afdwingen. Dus daar zit ik een beetje mee.

Lisa: Misschien is het een vraag die we niet kunnen beantwoorden.

Pete: Ja. Ik denk vooral dat er nog gewoon grote stappen gezet kunnen worden qua zichtbaarheid. Ik denk, ja, wat zeggen ze altijd? Zichtbaar zijn... Nee wacht, er is een uitdrukking. Gezien is geliefd? Nee wacht, jij weet dit vast wel.

Lisa: Nee, ik weet het niet.

Pete: Bemind... Nee...

Lisa: Dat, ja. Maar ik weet het niet.

Pete: Maar dat je... Juist omdat de, nou in dit geval de Oost-Aziatische Nederlanders gewoon zo lang onzichtbaar zijn geweest, en dus niet aanwezig zijn in de media, de talkshows, de kranten, het onderwijs, het straatbeeld, de grote sporten, de politiek en in de kunsten. Dat het dan lijkt alsof... Ja, je kent ze niet, ofzo. En daardoor denk je van, ja. Het ontmenselijken van deze groep, zeg maar, zorgt ervoor dat je er heel makkelijk een laagdrempelig grapje over kunt maken. Zodra ze, 'ze', we, wat zichtbaarder zijn, dat je dan denkt van: oh, dit zijn allemaal heel veel verschillende soorten mensen zijn die ook blijkbaar allemaal gevoelens hebben.

Lisa: Ja.

Pete: En een jeugd hebben, en opgroeien met Hanky Panky als een heel blijkbaar normaal iets ofzo. Dat ze  dan ook misschien twee keer nadenken voordat ze er een grapje over maken. Dus ik denk dat het van misschien twee kanten uit moeten komen. Maar ik denk wel vooral van degenen die de grapjes maken, natuurlijk. Maar ook van dat er kansen moeten gegund worden aan dat een onzichtbare groep wat meer in de picture wordt gezet, en dus meer mens worden, zeg maar, hopelijk.

Lisa: Meer ruimte.

Pete: Ja. Maar dat, ja. Dat, het is moeilijk want daarvoor moet je dus zelf ruimte opgeven, als jij al die ruimte, zeg maar, beslaat. Dus dan...

Lisa: En daar wordt iedereen altijd een beetje zo: 'oeeh'

Pete: Ja. Ja, ik merk echt om me heen, bijvoorbeeld ik ken heel veel mensen die in de kunstwereld zitten, die dan zeggen van... Ja, ik snap dat het goed is als bijvoorbeeld een curator niet wit is, ofzo. Maar dan moet ik mijn plek... Dus waar moet ik dan gaan werken? Dus dan, die stressreacties zijn er wel natuurlijk gewoon. Dus ik snap het ook wel, want... Ja er zijn gewoon niet zoveel plekken in, in dit geval de kunstwereld bijvoorbeeld. Dus het is moeilijk. Ja.

Lisa: Gister belden we al met elkaar, hadden we een voorgesprek.

Pete: Ja.

Lisa: En je zei: misschien... Misschien is dit ook wel een mooie afsluiting. Dat... Nou ja, een pandemie heeft de wereld dus niet bij elkaar gebracht. Het heeft dingen versneld.

Pete: Helaas.

Lisa: Ja. Versneld, helderder gemaakt, maar ook meer op scherp gezet. De discussie wordt steeds heftiger. Dus het is goed, maar ook superingewikkeld en pijnlijk. En gisteren concludeerde je eigenlijk: nou ja, misschien dat de enige oplossing dan is om direct maar iedereen in die ruimte te krijgen... Een alien invasion waar iets van buitenaf tegen ons vecht.

Pete: Ja, zoals in... Shit, hoe heet die comic nou ook alweer. Je weet welke ik bedoel.

Lisa: Nee.

Pete: Waar dan een grote alien op het eind, dit is dus een spoiler, maar een grote alien op het eind, dus de aarde komt... Shit, met Dr Manhattan, enzo, The Watchmen! Sorry.

Lisa: Ohja.

Pete: Zo eindigt natuurlijk, de strip eindigt met een enorme octopus of whatever uit de ruimte en dat alle mensen op de wereld dan keihard moeten samenwerken om die fucking octopus terug te knallen in de ruimte. Dus... En dat ze daardoor weer allemaal bij elkaar worden gebracht, van oh ja shit, we hebben elkaar nodig. We zijn allemaal gelijk, zeg maar. Dat dat soort van de oplossing is voor, tegen ongelijkheid. Überhaupt. Maar ja. Het virus is dus blijkbaar geen alien uit de ruimte geweest.

Lisa: Nee.

Pete: Ja.

Lisa: Wel sad.

Pete: Ja, maar... We moeten door met de strijd tegen ongelijkheid, denk ik.

Lisa: Ja.

Pete: Voor de kinderen in ieder geval.

Lisa: Want je bent een kinderboek aan het maken

Pete: Ja, ik ben een kinderboek aan het maken, ja. Want het zijn verhalen die mijn moeder vroeger vertelde. En dat gaat dan, probeert dan altijd zo... Maar dan herverteld in een minder seksistische vorm. Want het zijn allemaal natuurlijk superseksistische sprookjes. En dat ik het dan toch wat meer inclusiever maak, dus dat ik dan nadenk over, oh ja, waarom is deze boswachter een man? Nee, ik maak er een vrouw van. En dan heeft die, trouwt die met een vrouw want dat kan ook gewoon gebeuren in sprookjes. Het zijn mijn sprookjes. Dus ja.

Lisa: Wanneer komt het uit?

Pete: Herfst, dit jaar.

Lisa: En hoe heet het?

Pete: Het heet... Volgens mij hebben we nog geen titel. Iets met sprookjes. Sprookjes uit... Azië ofzo, Aziatische sprookjes. Zoiets.

Lisa: Tof.

Pete: Ja.

Lisa: Thanks.

Pete: Alsjeblieft.

Lisa: Dank je wel, Pete.

Pete: Graag gedaan.

Lisa: Misschien doen wij dan gewoon zo de kachel weer aan, en dan gaan we nog eventjes chillen hier op deze plek.

Pete: Ja.

Lisa: En dan was dat het.

Pete: Laten we dat doen.

Lisa: Koop dit boek! Zo. Klaar.

INTRO SIMONE ATANGANA BEKONO

Lisa: De laatste gast is Simone Atangana Bekono. Simone Atangana Bekono studeerde in 2016 af aan Creative Writing Artez, met een bundeling van gedichten en brieven getiteld 'Hoe de eerste vonken zichtbaar waren'. Die in herdruk verscheen bij Wintertuin Uitgeverij in samenwerking met Lebowski Publishers. Simone werd geselecteerd voor het Slow Writing Lab en voor het internationale programma CELA. In 2018 werd 'Hoe de eerste vonken zichtbaar waren' bekroond met de poëziedebuut-prijs Aan Zee. En in 2019 ontving ze het Charlotte Köhler-stipendium voor haar poëzie. Simone is gewoon met de eerste bundel al helemaal, helemaal keihard gegaan. Echt te gek.

Nicky: Ja, echt niet normaal.

Isabel: En terecht ook want het is een prachtig werk.

Lisa: Yes. En er kwam nog een ander prachtig werk achteraan, namelijk haar debuutroman Confrontaties. Die roman kwam uit eind vorig jaar. Inmiddels is ze genomineerd voor de Libris Literatuurprijs en staat ze op de shortlist. Ik had haar van de week aan de telefoon en ze staat doodsangsten uit. Als je deze aflevering beluistert, is waarschijnlijk al bekend wie er heeft gewonnen. We rooten heel erg voor Simone. Het is vaak vrij ongebruikelijk dat een debutant de Libris wint.

Isabel: Als ooit, dan nu. Toch?

Lisa: Als ooit dan nu?

Isabel: Weet ik veel. Soms zeg ik gewoon woorden en dan moet je me even laten gaan.

Nicky: Als ooit, dan nu. Isabel Reker.

Lisa: Ja, ik moet nog even een beetje...

Nicky: Dat is een prachtige voor verschillende uitgaven, grafstenen. Fantastisch.

Lisa: Hier ligt Gerda. Als ooit, dan nu.

Isabel: Bij de vorige aflevering was het 'Alles wat erg was, wordt nu erger'. Het gaat echt lekker, dit.

Lisa: In ieder geval, voor het programma van vandaag, voor deze podcast, leest Simone voor uit haar boek Confrontaties. Heb je het nog niet, koop het dan. Ik denk na het luisteren van dit stuk dat je het boek sowieso zo snel mogelijk wil kopen.

 

SIMONE ATANGANA BEKONO

(Uit: Confrontaties)

Die vrouw uit mijn droom, met die bloedende ogen, die enorme zwarte vleugels, die mond. Ze daalde af richting het veld, zo fucking wild en krijsend, als een Furie. Ze doet me denken aan Medusa, wier blik je in steen deed veranderen, wier kop eraf werd gehakt. Slangen als haren en die kille, priemende ogen, haar mond open alsof ze constant iets ziet wat haar naar adem doet happen.

Waarom werd Medusa eigenlijk vermoord? Had ze dat verdiend? Ik weet het niet meer. Als ik in bed lig, zie ik haar gezicht voor me en ik begrijp het. Ik begrijp het heel goed. Haar gezicht begrijp ik tenminste wel.

De Furiën, de wraakgodinnen, waren volgens mevrouw Doormans van Oudheidskunde net zo angstaanjagend als je Gorgonen. Ze dreven mensen die vreselijke misdaden hadden begaan tot waanzin, als straf, met hun woedende gekrijs, hun afzichtelijke uiterlijk, de stinkende, rotte adem uit hun monden. Ze kwamen uit de onderwereld naar boven, half vrouw, half vogel. De hele tijd heen en weer tussen de hel en hier. Wat had de wereld hun ooit aangedaan dan? Wat maakte ze zo woedend? Ik wil weten op welk punt het krijsen begon. Misschien waren ze gewoon boos geboren, gaf de wereld waarin ze opgroeiden daartoe alle reden. Wilden ze daar gewoon zijn, daar beneden, maar kwam het door de mensen dat ze het niet konden laten. Wij dwongen ze steeds maar weer naar boven te komen.

De man met de gewatteerde jas. Kutn*g*rinnetje. Aap. Het draait niet allemaal om jou. De manier waarop Miriams vriendje haar naar haar keel greep. Met tante Céleste op de veranda in Kameroen. J’ai peur. Très sec. Henny op mijn bed in haar blauwe broekje. Frits met zijn vriend-en in Na-mi-bi-e. Al dit gezeik hier, op deze plek. Het gaat niet weg en wordt niet vervangen door wat anders.

Ik denk dat het bij terugkomst in Nederland begon, na het bezoek aan mijn familie in Kameroen, het gevoel alsof de raarste beelden aan elkaar verbonden raakten, beelden die niks met elkaar te maken leken te hebben.

Je pleegt een moord en drie Furiën achtervolgen je tot je gek wordt. Drie zussen, vrouwen, maagden, die constant wachten tot iemand een fout begaat. Daar zit een lijn in. Dat zijn allerlei oorzaken met dezelfde gevolgen.

Ik snapte de regels niet, toen ik weer thuis was. Ik barstte niet uiteen. Ik kromp. Dat ik de regels niet kende werd een probleem. Het probleem snoerde me de mond. Ik krijste juist niet. Het maakte me stil. Het deed niet meer of minder dan dat.

Het probleem was een luistercursus Frans op cd-rom. Het probleem was très sec. Het was een man die bij het hek van het azc stond in een gewatteerde winterjas. Een man naar wie met muntjes werd gegooid. Het werd zo groot als een dorp. Het kwam op tv. Het zei aap. Ik doe jou na. Het schreeuwde en had korte witte tanden, lange scheve, gele. Het had een bloeddorstige, furieuze mond. Het had mijn naam nog nooit goed uitgesproken. Het werd groot en gemeen en riep soms zelfs vanuit een auto nar mij. Het deed zelfs Miriam verschrikt opkijken. Greep haar naar de hals. Het lag met korting in een krat. Het was een beetje flauw gemonteerd. Ik liep ervoor weg en probeerde het te negeren. Ik hield me stil als het kon. Toen de man op straat met de soep in zijn ogen zei: ‘Wel-kom in Ne-der-land’, zei ik, zonder problemen: ‘Dank je wel’. Daarna stond ik op, zei ik: ‘Nooit.’

Ik paste niet meer in de ruimte waar ik eerst in zat. Het bleek niet te gaan zoals ik het had begrepen. Ik had niet gezien wat ik dacht dat ik zag. Het probleem ging niet weg. Het treiterde en sloeg. Het probleem was een aanslag, dus kwam ik omhoog, met de roede in de hand. En dat krijsen. Heel hard krijsen. Ik zeurde niet, werkte hard, en dat was niet genoeg.


Als we op zaterdag naar het recreatieplein gaan is het stil buiten. Het is stiller dan normaal, wanneer de jongens basketballen of voetballen en op naar binnen gesmokkelde telefoons voor de neuzen van de begeleiders spelletjes spelen. We hebben het plein voor ons alleen. Urenlang. Geen afdelingen die met elkaar voetballen. Geen rapnummers die we via openstaande ramen horen. Geen getrap van sneakers tegen de grote metalen deuren die uitkomen op het plein. Marissa basketbalt alleen. Een aantal andere meiden zit op de grond. De zon schijnt fel, voor het eerst in weken. Het ruikt naar bloemen, ook al groeien ze hier niet. Ook op zondag is het zonnig. Weer is het stil, binnen ook. De meubels, de begeleiders, de kraaien, het gras, het hek, alles ligt te slapen. De jongens, die vanuit de andere afdelingen van de Donut ons omsingelen, slapen ook.

Marissa heeft toestemming gevraagd aan Marco en die heeft het gecheckt bij de directeur en dus mag ze bij mij naar binnen. Ze heeft een fles met roze crème, twee grote kammen, twee haarclips en een stel elastieken meegenomen en gooit alles op mijn bed. Dan pakt ze de stoel bij mijn bureau, zet die in het midden van mijn kamer en wijst ernaar.

‘Zitten.’

Marissa en ik hebben sinds de ruzie in het washok nauwelijks met elkaar gepraat, maar nu staat ze in mijn kamer alsof er niks is gebeurd.

Marco staat nog in de deuropening. Hij wijst naar de deur.

‘Die gaat niet dicht,’ zegt hij. Ik knik en Marissa knikt en dan is hij weg en rolt ze met haar ogen.

‘Zitten,’ zegt  ze weer. Ze kijkt rond in mijn kamer.

Ik heb eigenlijk nu pas door hoe kaal het hier is, omdat Marissa zo verbaasd lijkt. Het enige wat er over mijn kamer te zeggen valt, is dat er boeken liggen. De muren zijn nog steeds wit, zonder posters of kaartjes. Er ligt niks anders op de planken van de open naast mijn bureau dan kleren, er staat zelfs niks op het bureau behalve de tien oude en nieuwe en grote en kleine boeken die toegestaan zijn.

‘Heb je geen stereo ofzo?’ vraagt Marissa terwijl ze naar mijn raam loopt en het opentrekt. Ze heeft de grote, zwarte afrokam vast als een wapen, en ik zie hoe haar ogen van het uitzicht naar de titels dwalen.

‘Nee,’ zeg ik.

‘Hoe luister je dan muziek?’

Ze pakt het vierde deel van Harry Potter op, het deel waarin Voldemort terugkeert op het kerkhof en Carlo Kannewasser doodgaat, en legt het dan, na het om te keren, weer terug.

‘Niet dus,’ zeg ik.

‘Shit.’

‘Sorry.’

‘Nee, nee,’ zegt ze, vluchtig lachend. ‘Het is oké. Ik dacht gewoon, dan doen we je haar en luisteren muziek.’

‘Daar had ik niet over nagedacht.’

‘Is cool. Ik haal de mijne even.’ Ze gooit de kam op het bed en loopt de deur uit. Ik blijf staan in mijn kamer die nu pas werkelijk vorm lijkt te krijgen, een vorm waar ik me voor schaam. Als Marissa terugkomt heeft ze een klein stereo en een aantal cd’s bij zich.

‘Van mijn broer,’ zegt ze en ze schuift met haar arm een aantal boeken opzij, zet de stereo op het bureau. Ze stopt de stekker in het stopcontact, drukt op play en draait aan de volumeknop. Chingy.

‘Je haar,’ zegt ze, ‘is echt faktap.’

Het roze spul dat ze in mijn haar smeert ruikt zoet, naar kokos en iets bloemachtigs. Ze trekt met lange halen mijn haren uit elkaar, kwakt dan een dot crème in haar handpalm en wrijft dat in mijn krullen. Ze is voorzichtig en als ze te hard trekt en mijn hoofd achterover klapt vloek ik en lacht zij.

‘Jij moet echt beter voor jezelf zorgen, dude.’

‘Weet ik.

‘Wanneer ben je voor het laatst naar de kapper geweest?’

Ik wil haar niet zeggen dat papa mijn haar knipt, dus ik haal mijn schouders op.

Twee uur lang kamt Marissa mijn haar uit, het van elkaar scheidend met de haarclips, van onderaan bij mijn nek tot de haren bij mijn voorhoofd. Ze rapt mee met Lloyd Banks en Snoop Dogg en Kanye West, verwisselt om de haverklap de cd’s in de stereo. We zingen samen met gekke stemmetjes mee met nummers die we allebei kennen. Soms val ik bijna in slaap, als de klitten van een stuk haar eruit zijn en het kammen haast als een massage voelt.

Als Marissa bijna klaar is staat ze voor me en kijk ik naar haar Niketrui en het gouden kruisje om haar hals, de tatoeages aan de binnenkant van haar gespierde armen. Als alles ontklit is, verdeelt ze mijn haar in twee delen en vlecht het in tot in mijn nek, bindt aan de uiteindes van de vlechten elastiekjes.

‘Jouw haar is eigenlijk best wel lang, man,’ zegt ze als ze mijn vlechten optilt en over mijn schouders legt. Ze laat haar handen daar even rusten. Ik breng mijn vingertoppen naar de elastiekjes die tegen mijn sleutelbeen aan liggen en bewonder de stukjes glanzend haar die ik kan zien.

‘Ja,’ zeg ik, ‘gek eigenlijk om zo te zien.’

Marissa knijpt in mijn schouders en begint dan haar spullen op te ruimen.

‘Tijd om te roken.’

Ik loop naar de spiegel en kijk. Mijn gezicht is naakt zo, met het haar uit de weg. Mijn twee littekens steken scherp af tegen mijn bleke huid. Ik gaap lang en uitgebreid, met mijn armen boven mijn hoofd, zoals wanneer ik thuis, op zondagen, urenlang MTV-marathons heb gekeken van Pimp My Ride of The Hills en eindelijk opsta om chips te halen, en dan zeg ik ja, laten we dat doen. Marissa trekt, zonder op stop te drukken, de stekker van de stereo uit het stopcontact, waardoor Common wordt onderbroken in het stuk van het nummer waarin hij reality’s a bitch, and I heard that she bites rapt. We sjokken naar de luchtplaats, waar niemand is, en nog een beetje zon schijnt. Marissa gooit haar aansteker de lucht in, tegen het staal van het hek boven ons hoofd, en de duif die daar zit vliegt op nadat hij een natte kledder op de grond heeft laten vallen waar we voor terug moeten deinzen.

‘Thanks voor mijn haar,’ zeg ik terwijl ik met mijn hand over de branderige babyhaartjes wrijf. Ze zijn strak in de vlecht getrokken en vochtig van het haarspul.

‘No worries,’ zegt ze. Ik bied haar een sigaret aan en we roken. Marissa blaast cirkeltjes rook uit. We zeggen niet echt iets. Bij de tweede sigaret leg ik mijn hoofd even op haar schouder en dat laat ze toe. Als we klaar zijn gaan we naar binnen, cola drinken. De rest van de zondag gaat stroperig voorbij. Op de groep is het stil, op de tv na, en in de gangen klinkt geen muziek of gegil. Geen jongens. Het is bijna eng. Het voelt met mijn gezicht in de zon op de bank bijna als thuis, en dat ik wil niet maar ik kan er niks aan doen.

 

AFSLUITING

Nicky: Weet je wat ook nog best wel leuke inside information is over deze editie, is dat we hiervan ook ervan uitgingen, haha, dat het live zou kunnen.

Lisa: Mhm.

Nicky: Is natuurlijk helemaal niet gebeurd. Dus toen besloten we het een andere kant op te gooien en een literaire film te maken. Een literaire film, zeg je? Ja een literaire film, want we dachten ach, doei, we moeten toch iets doen? Dus nu je dit hebt gehoord van Simone en het gesprek van Lisa en Pete, bedenk dus even dat dit tegen een prachtige achtergrond is en was. Van witte sneeuw, -14 was het die dag. Toch?

Lisa: Ja, zo voelde het.

Nicky: We hadden verkleumde vingers en de camera werkte niet en we waren aan het huilen.

Lisa: En Benzokarim heeft zo lang gewacht tot we een shot konden opnemen.

Isabel: Tot die camera het weer deed, ja. En blijven lachen, hè.

Nicky: Ja.

Isabel: Wat een gouden gast.

Lisa: Heerlijk.

Nicky: Ja. En dit allemaal op de achtergrond van, hoe noem je dat ook alweer, culturele vrijhaven De Nijverheid.

Lisa: Yes. Shout-out.

Nicky: Ja.

Isabel: Was top. En Simone die heeft ook echt in de koude wind, wel bij de ondergaande zon, voorgedragen. Respect. Pete zat lekker bij een vuurtje.

Lisa: Ja.

Isabel: Die had het goed bekeken.

Lisa: Zo gaat dat.

Nicky: Ja. Dus als je dat niet hebt gezien, dan jammer want dat voegt wel echt iets toe aan de woorden maar een podcast is ook leuk.

Lisa: Ja, dus denk je nu 'hé hoezo is dit een podcast, wat doen zij verder eigenlijk', we maken al fucking lang literair programma motherfucker, beter kom je een keertje langs en koop een kaartje, als we weer open zijn.

Nicky: Ja. Dus ga naar onze website en abonneer je op onze nieuwsbrief zodat je weet waar we uithangen.

Isabel: That's right!

Nicky: Op straat. In je moeders kelder. Dat soort dingen.

Lisa: In ieder geval dankjewel. Dit was het dus voor deze week. We bedanken Benzokarim, Pete Wu en Simone Atangana Bekono voor hun bijdragen aan dit programma. Ik bedank daarbij ook nog Nicky Hessel die recht tegenover me zit, Isabel Reker die links van me zit en natuurlijk mezelf voor alles wat we doen om Mooie Woorden mogelijk te maken en het te maken tot wat het is en ik bedank nog een keer Jesse Gunsing voor de productie en montage van deze podcast. Wij zijn volgende week terug met meer literair programma voor in je oren. Toedeledoki.

Isabel: Doei.

Nicky: En check onze shownotes!

Isabel: Fire up the loud!

Nicky: It's your turn.

Isabel: Goed.

Vorige
Vorige

#1: Alles is een soort Black Mirror-aflevering

Volgende
Volgende

#3: Jaar 2020, Dag 451, De muren komen op me af